THAMIS COMMANDEUR en KOOSJE 56

THAMIS COMMANDEUR
11 augustus 1892 - 3 januari 1977
Ik kende mijn opa als een rustige en goedige man, hij was het middelpunt van vele verhalen die tot vandaag worden doorverteld maar die hij nooit zelf begon. Als heel goede inleiding volgt hier de grafrede die de oudst levende dochter ,Tante Adele,uitsprak boven de kuil in de grijze zware klei waarin wij onze opa zo ongaarne zagen verdwijnen.
Daarna wil u graag een tweetal facetten van deze bijzondere man nader tonen.Namelijk de vasthoudende veefokker en de dappere oorlogsheld.
Grafrede uitgesproken op 5 januari 1977 op het St. Lucas kerkhof te Venhuizen

Door mijn tante Adèle

Ik wil het met u hebben over onze vader; die man met zijn Godsvertrouwen , maar ook met zijn mensenhanden,die het onmogelijke mogelijk maakte; geen wonderen van God verwachtte, maar ze zelf teweeg bracht.

Men behoudt zo gemakkelijk het beeld van iemand, zoals die was in zijn laatste jaren. "het was een goeie man", hoor je dan dezer dagen. "'n mooie leeftijd bereikt, rustige man, vriendelijk". Ik wil hier graag voor u schetsen hoe die man in werkelijkheid was, in de kracht van zijn jaren. Want goedig en rustig was hij lang niet altijd, poestig in zijn werk, streng en tegen ons soms onverbiddelijk. Ziek mocht je nooit zijn, "loof ken lang an "zei hij dan. Werkte zelf van de vroege ochtend tot de late avond. En dan die jaren na de eerste wereldoorlog eerst grote investeringen, tot langzaam alle prijzen daalden en hij zich vechtend en zwoegend moest handhaven. En dan leerde je nergens beter, dan op een boerenbedrijf hoe broos het bestaan is: als je beste veestal in enkele weken wordt geruïneerd door de mond en klauwzeer... en dat tot negen keer toe in de eerste twintig jaren. Hij speelde het keer op keer klaar om een prachtige veestapel op te bouwen. Zo prachtig dat hij in 1958 werd uitgekozen om met zijn koeien te verschijnen op de Wereldtentoonstelling te Brussel. Ik heb ook de schrijnende jaren van de crisis gekend. Dan zie ik nog het beeld van onze moeder, die tegen Oom Niek van Ouddorp zei-ik voelde haar schaamte en nog hoor ik de trillingen in haar stem-dat ze deze keer echt de fourage rekening niet kon betalen, of het kon wachten tot de volgende keer? Want zoiets was een grote schande. Ik zal u de details besparen, maar werken en vertrouwen, dat hebben zij ons meegegeven.

En ondanks alles moesten wij van alles leren ,want je moest iemand zijn, ook in de maatschappij. En daar vertrok ik naar de Kweekschool in Bergen. 's Morgens nog de koeien gemolken, en 's middags in de steriele ruimte van het klooster. Ik kon thuis eigenlijk niet gemist worden. Ik rook waarschijnlijk nog naar de koeien; ik voelde de klasgenoten met een boogje om mij heen lopen, als ik weer eens naar kuilgras stonk. Toch was hij niet de man van het alleenzaligmakende werk, sportief als hij was fietste hij heen en terug naar Hengelo, Bussum of Uitgeest. Als klein kind werden je de schaatsen in huis aangebonden en op zijn rug naar het ijs gebracht om te krabbelen. Zelf zwierde hij weg met grote zwaaien; Niemand die zo grote halen kon maken, Trots was je. Dat was onze vader! En dan op feesten en bruiloften, op Texel bijvoorbeeld, daar leek het wel altijd feest.Je hoorde hem al dagen van te voren repeteren onder het zolderroden. En op de dag der dagen stond hij op de planken. Ik zie nog de staande ovatie van die grote neven: Kees Commandeur en Jan Bakker voor onze Ome Thamis en Tante Trien.Iedereen was welkom op de Hout: een arme sloeber ontving hij met dezelfde hartelijkheid en waardigheid als Burgemeester Middelhof van Hoogkarspel. In de oorlogsjaren: Het was vanzelfsprekend, dat hij iedereen hulp bood en alle risico's nam. Dat hij de eerste onderduiker had, toen nog niemand erover prakkiezeerde. En dan ... Steffie, een zeer joods uiterlijk, die we altijd moesten verbergen en die tot nu toe onze zuster is gebleven. Ik zou u hele verhalen kunnen vertellen over Arthur Brown, the Bumberman. Vanzelfsprekend dat we die verstopten. En de knokploeg van Flip en zijn mannen, die op de zolder een bolwerk van de illegaliteit hadden. Maar alles ging geruisloos zodat de mensen zeiden:"Commandeur kon ook wel eens wat voor de goede zaak doen, tenslotte heeft toch iedereen een onderduiker". En later toen we trouwden, Pa kwam en was er altijd bij feestjes en geboorten, als de eerste. Hij haalde ons af met paard en wagen en het was heerlijk om te komen.

En dit wou ik nog benadrukken, hij heeft zich nooit ergens op beroemd. Zelfs niet op de onderscheiding van President Eisenhower. Ik geloof dat die is weggeraakt. Want dat vond hij niet belangrijk. Alleen mensen waren belangrijk. Daarom moesten wij ook zeggen aan zijn sterfbed:"Pa, lieve Pa, ga nu maar, want de hemel staat wijd voor je open, want je hebt toch zo ontzettend je best gedaan" -------------------------------------

Een intrigerende man, daarom volgen er hier twee beschrijvingen van enkele facetten zoals ik eerder beloofde. Wilt u weten hoe het komt dat ze in de binnenlanden van Brazilië edammer kaas kunnen maken leg ik dat hier even uit U kunt hier echter ook terug naar de koeienthuispagina