HET ONTWERP
In de ontwikkeling van het stedebouwkundig plan wilden dRO en supervisor Dijkstra aanvankelijk een architectuur die het gebouw schijnbaar los zou maken van de IJ-tunnel, een gebouw met een grote openheid, een stralend middelpunt in het Oosterdok. Er werd een beeld geschetst van de mogelijke vormgeving van IMPULS als een gebouw, dat '... zijn poëtische uitstraling van moderniteit ontleent aan een gewichtloze, transparante en daardoor 's nachts licht uitstralende architectuur in een schijnbaar zwevende positie op poten boven de tunnelingang. In zijn materialen en kleuren zou het moeten refereren aan beweging, water en wind, en aan de scheepvaarttechniek' (uit: SpvE Wetenschapsmuseum, architectonische richtlijnen van Tj. Dijkstra).

De eerste ontwerpschetsen van Renzo Piano zijn elementaire reacties op de omgeving. Terwijl de tunnel wegduikt onder het water, verrijst het gebouw met hellingbanen en een hellend dak in de kenmerkende licht afbuigende vorm van de tunnelpier. Het uiteinde van het dak eindigt in een ronde vorm, als de boeg van een schip. Het gebouw heeft hellende buitengevels van koperen platen met daarachter glazen puien. De koperen platen zijn gepatineerd, dat wil zeggen zo behandeld dat ze al bij het aanbrengen lichtgroen uitgeslagen zijn. De metalen schil geeft het gebouw een samenhangende vorm en verhult het interieur.

Ontwerpschetsen voor het
Science Center van Renzo Piano

Relatie met de omgeving
In de vormgeving en materiaalkeuze wordt duidelijk gerefereerd aan de bijzonder situering van het nieuwe gebouw in het Oosterdok: de relatie met het IJ, het schaalcontrast met de oude stad, de ligging op de toegang tot de IJ-tunnel en het omringende water. De gevel van lichtgroen koper maakt van IMPULS een gebouw dat zich voegt in het beeld van water en lucht. Een bakstenen plint verbindt de tunnelbak met het gebouw, maar maakt ook dat de metalen schil van het gebouw los komt van de tunnel. Het materiaalgebruik van de plint sluit aan bij oudere bebouwing in de Amsterdamse binnenstad.

Interieur en dak
De begane grond van het gebouw bestaat vooral uit publieksruimten. Deze laag is langs de volledige omtrek omgeven door glaswanden. Zo is er vanaf de oostelijke kade zicht mogelijk op de werkplaatsen waar de tentoonstellingen worden gemaakt. De verschillende verdiepingen lopen trapsgewijs in het gebouw op. Tussen de verdiepingen is zicht op andere ruimten mogelijk: de bezoeker wordt op logische wijze door de geschakelde ruimten van het gebouw geleid. Het dak van IMPULS biedt bezoekers in de toekomst een spectaculair uitzicht op het Oosterdok, de historische stad en het IJ. Op het dak komen buitenexposities en een restaurant. Het dak bestaat uit trapsgewijs gestapelde betonnen balken. Vanaf de tunnelpier kan men via de hellingbaan of met een lift het dak bereiken. Het dak is in beginsel tijdens openingstijden van IMPULS openbaar toegankelijk, maar kan worden afgesloten vanaf het begin van de hellingbaan.
Entree en hellingbaan
De toegang van IMPULS bevindt zich aan een bordes, precies boven de tunnelingang en goed zichtbaar vanuit de stad. Het gebouw is bereikbaar via de Langedoksbrug en vanuit de stad via de kaden van de tunnelpier. Het is ook mogelijk om via de hellingbaan op een hoger niveau bij de entree te komen. De hellingbaan geeft het gebouw de nodige zwier. Zonder deze hellingbaan of met een verkeerd uitgewerkte hellingbaan zou het gebouw een log volume kunnen worden. De overgang tussen gebouw en hellingbaan wordt gevormd door een brug. De kadekant van de hellingbaan is open en heeft de mogelijkheid om ingericht te worden als werkplaats voor de restaurateurs van de historische schepen van de Vereniging Museumhaven Amsterdam. Het meest in het oog springende verticale accent van het gebouw is de grote liftschacht bij de entree.
Het civieltechnische plan
De IJ-tunnel is gemaakt in een droge bouwput. Na het verwijderen van de damwanden is onder de tunnelbak een opwaartse waterdruk ontstaan. Daarom kan IMPULS voor een deel worden gefundeerd op de IJ-tunnel. Dit gegeven, gratis fundering, was ooit een belangrijk argument om het gebouw hier te situeren. Door de gekozen constructie en de ongelijke hoogte van IMPULS is de winst echter beperkt. Ongelijke zettingen betekenen grote risico's voor de voegen van de tunnelinrit. De basis van het gebouw wordt nu een soort brugconstructie over de tunnelbak, gefundeerd op de tunnelwanden en met extra palen aan beide zijden van de tunnelbak. Vanwege de grote financiële risico's zijn uitgebreide studies verricht naar de beste funderingstechniek.
Het veranderende Oosterdok
Over het ontwerp voor IMPULS van Renzo Piano is nauwelijks een maatschappelijke discussie ontstaan. De locatie is wel onderwerp van discussie geweest. Tegenstanders vrezen een aantasting van het historisch stadsgezicht en een verbreking van de band tussen de historische stad en het open water van het IJ, terwijl die band juist met IMPULS versterkt kan worden. Met de ontwikkeling van de IJ-oeverprojecten zal het Oosterdok in de toekomst aan alle zijden door bebouwing worden begrensd. IMPULS ligt dan binnen die grote, maar begrensde ruimte en wijst dan in de richting van de resterende opening naar het IJ. In het uiteindelijke ontwerp heeft het gebouw de vorm gekregen van de voorsteven van een zeeschip dat zich richting IJ lijkt te spoeden.

De grootte van het gebouw sluit aan bij die in de directe omgeving, zoals het Centraal Station, het PTT-gebouw en het Scheepvaartmuseum. Ook de grootschalige infrastructuur bij de spoorwegviaducten en de IJ-tunnel past in dit beeld. Tegelijkertijd vormt het nieuwe gebouw met zijn hellende dak een geleidelijke overgang naar de lagere bebouwing in de binnenstad. Het historische stadsgezicht verandert op een logische, zorgvuldige manier.




Piano refereert nadrukkelijk aan de geschiedenis van het voormalige havenfront. De IJ-tunnelpier wordt hiermee met een karakteristiek beeld verrijkt. Het gebouw heeft precies de uitstraling die van een plek als deze een herkenningspunt kan maken. De bijzondere architectuur van het gebouw betekent een nieuw 'landmark' voor Amsterdam .

Door de oriëntatie van IMPULS loodrecht op de Prins Hendrikkade en de IJ-oevers speelt het gebouw een rol bij het versterken van de relatie tussen het IJ en de stad. Hier zou elke verdere verandering van het Oosterdok op gericht moeten zijn. De voor het gebouw gekozen vorm, een tot 30 meter boven het water uitstijgend 'schip', maakt dat het gebouw ondanks zijn afmetingen iets elegants heeft en beweging suggereert. Het maakt het gebouw duidelijk aanwezig zonder te dominant te zijn. De situering van IMPULS op de IJ-tunnelpier zorgt ervoor dat het gebouw in het gebruik dicht bij de binnenstad zal blijken te liggen en als verlengstuk van die binnenstad gezien zal gaan worden. Fysiek ligt het gebouw praktisch aan het IJ. Het zal er daarom toe bijdragen dat de relatie tussen binnenstad en IJ wordt hersteld.

[next article] [back to IMPULS Web]