| |
Het deel van de huidige Prins Hendrikkade aan de zuidzijde van het Oosterdok is vanaf de zeventiende eeuw langzamerhand volgebouwd. In die eeuw werd ook een begin gemaakt met de aanleg van de Oostelijke Eilanden. 's Lands Zeemagazijn, nu het Scheepvaartmuseum, was daar het eerste bouwwerk. De hele westzijde van Kattenburg werd benut voor werven en opslagruimten voor de marine, toen nog 'admiraliteit' geheten. Tot in de negentiende eeuw lag de Prins Hendrikkade aan het open IJ. Het zicht op het IJ werd alleen beperkt door enkele palenrijen die de golfslag en verzanding beperkten en zo doorgaande scheepvaart mogelijk maakten. In het begin van de negentiende eeuw werd het marinedok aangelegd, waarvan de randen in de loop van de tijd steeds meer bebouwd raakten. Kort daarop ontstond het Oosterdok doordat het Oosterdokseiland en (in 1832) een dijk om de Oostelijke Eilanden werden aangelegd. Met de bouw van het Centraal Station en de ontwikkeling van het Oostelijk Havengebied is eind negentiende eeuw de binnenstad definitief van het IJ gescheiden . In de twintigste eeuw was de aanleg van de IJ-tunnel, die in 1968 werd geopend, de belangrijkste ingreep in het Oosterdok. |
Om de aanleg van de tunnel mogelijk te maken moest een flink deel van het marinedok worden gesloopt: er stonden forse gebouwen op de plek waar nu de IJ-tunnel onder water gaat. Het eiland werd aanzienlijk kleiner en het zogenaamde Marine-etablissement kreeg zijn huidige vorm. 's Lands Zeemagazijn en het oostelijk deel van de Prins Hendrikkade zijn daardoor weer aan open water komen te liggen. Sinds 1972 is het Scheepvaartmuseum in het Zeemagazijn gehuisvest. Door de aanleg van de IJ-tunnel is een groot gat in de historische gevelwand van de Prins Hendrikkade ontstaan, de Foeliestraat, het begin van de Valkenburgerstraat.
|